Post religieus gebruik van zonnewiel en ster, vanaf ongeveer de 16e eeuw
Sinds ongeveer de 18e eeuw zijn de zonnewielen en meervormige sterren, veelal tekens geworden met een louter decoratieve functie of uiting van folklore. Danwel valt nu niet goed vast te stellen of de religieuze betekenis voorop stond.
Soms blijft een notie van een kernwaarde van een symbool bewust of onbewust toch een rol spelen.
Een duidelijke echo van de oorspronkelijke betekenis ‘bezwering van gevaar’ is nog steeds terug te vinden in het schuinkruis en in diverse verkeersborden. Zoals in 'pas op, spoorwegovergang', het matrixbord boven de autoweg met een rood kruis en het vingers kruisen achterop de rug als kinderen een leugentje vertellen.
- a. neo-tekens’ met een louter decoratieve functie of uiting van folklore.
- b. zonnewiel en ster in 25% van de gemeentewapens
- c. zonnewiel en ster in familiewapens
- d. Symbool dat geluk brengt of teken dat bescherming biedt
- e. Afweer van onheil door smidse tekens
a. neo-tekens’ met een louter decoratieve functie of uiting van folklore.
Ook toen de inhoudelijke (Christelijke of bijgelovige) betekenis vanaf ongeveer de 17e eeuw op de achtergrond raakte of werd vergeten, bleven deze symbolen veelvuldig terugkomen, soms nog met een notie van oorspronkelijke kernwaarde: bescherming tegen onheil. In bepaalde streken wordt het gebruikt als uiting van culturele identiteit.
Opvallend is hoe vaak de zes-, acht- of meer puntige sterren en zonnewielen terugkomen, juist in de bovenste ramen van gebouwen en boven deuren. Vaak zijn deze snijramen creatief uitgewerkt. Het is dan een traditionele vorm geworden. Snijramen van geornamenteerd houtsnijwerk ontstaan pas in het begin van de 18de eeuw, tijdens de Lodewijk-XIV-stijl. Dat snijwerk zit dan voor en op het glas van het bovenlicht..
Enkele voorbeelden van een zonnerad in bovenlichten bij deuren van oude en moderne huizen.
b. zonnewiel en ster in 25% van de gemeentewapens
De zesster en de achtster, al dan niet in combinatie met zonnewiel of gebroken Catharinarad, is een zeer populair symbool in de gemeentewapens in Nederland. (alhoewel nu moeilijk is te achterhalen welke motieven hierbij een rol hebben gespeeld).
Het komt opmerkelijk genoeg in niet minder dan ca. 25% van de wapens voor. De zespuntige ster is daarbij verruit de koploper (bijna de helft). Opvallend is dat het kennelijk het beleid van de Hoge Raad van Adel is geweest bij het opnieuw vaststellen van gemeentewapens de sterren in de iconografie consequent te veranderen in de vorm van een hexagram of een octagram, terwijl de ontstaansgeschiedenis een andere is.
De zespuntige ster is vooral populair in Friesland, en komt voor in: Balk, Bartlehiem, Bemelen, Bleskensgraaf en Hofwegen, Delfzijl, Ealsum, Eastergoa's Sédiken, Genemuiden, Grubbenvorst, Hattem, Heeze, Hennaarderadeel, Heusden (Noord Brabant), Huzum, Kapelle, Kollum, Kollumerland en Nieuwkruisland, Kollumerland-Oostdeel, Koudum, Leende, Littenseradiel, Luchtenrek, Mantgum, Mheer, Mitselwier, Noorddijk, Ooststellingwerf, Ouderkerk, Schoterland, Schoterland, Sint Anna ter Muiden, Sint Annaparochie, Sint Laurens, Sint Michielsgestel, Stavoren, Ternaard, Uithuizen, Ulrum, Vlaardinger Ambacht, Stad Vollenhove, Waadkant, Weidum, Wjelsryp (ster in zonnewiel), Zeedijken Contributie Kollumerland en Nieuwkruisland, Zesgehuchten.
Het zesspakig zonnerad is vooral populair in Brabant en komt voor in: Baardwijk, Brantgum, Doeveren, Doorn, Drongelen, Eethen, Haamstede, Hedikhuizen, Heesbeen, Heiligenbergerbeek, Maarn, Nieuwkuijk, Noorddijk, Oudheusden, Vlijmen, Wijk en Aalburg.
De achtpuntige ster komt veel voor Zuid-Holland, en is bekend in de plaatsen: ’s Gravenambacht, Alphen aan den Rijn, Berkel en Rodenrijs, Land van Heusden en Altena, Lansingerland, Liemeer, Moordrecht, Nieuwkoop, Oldelamer (half achtspakig), Schiebroek.
Het achtspakig zonnerad, vaak in de vorm van het Catharinarad, komt voor in: Ealsum, Heerenveen, Ledeacker, Oldelamer (half), Schoterland, Tearns, Ulestraten, Warnsveld.
Enkele voorbeelden zijn:
v.l.n.r.: Voorbeelden gemeentewapens met zespuntige of achtpuntige ster: gemeente Hattem, Geesteren, Genemuiden (Ov.), Ommen, stad Vollenhove, Zandvoort (bijzonder is dit schild met een zespuntige ster, in de vorm van drie gekruiste vissen; ook een verwijzing naar de Christelijk iconografie voor ICHTHUS, wat ook vis betekent) en het familiewapen Van Basten.
Het tweede wapen, met wassende maan en ster, zijn symbolen die in combinatie veel voorkomen in de heraldiek en op vlaggen, met name in landen waar veel Turken of Arabieren wonen.
v.l.n.r.: voorbeelden gemeentewapens met zespakig of achtspakig zonnerad: Drongelen, Heusden, Warnsveld (de vermeende Saksische god Warns/Jupiter staande op een zesspakig zonnerad), en de familiewapens Van Sandick en Van Basten Batenburg.
c. zonnewiel en ster in familiewapens
Het komt ook voor in o.a. de wapens van de geslachten: Van Alphen, Van Bergem, De Brauw, (Van) Batenburg (Groenlo), Van Cralingen, Van Drongelen, van Heusden, Van Moordrecht, en Van Wijnbergen.
De zegelbank van het Gelders archief heeft ook een mooie verzameling van middeleeuwse wapens met een 6 ster of 8 ster:
Opvallend is dat het schild zelf ook weer vaak gevat is een in zespuntige ster of achtpuntige ster. Men noemt die dan in de numismatiek of architectuur neutraal een zespas of achtpas. Een verklaring voor het gebruik zou kunnen zijn dat deze zelf weer zijn afgeleid van de zespuntige ster en achtpuntige ster.
Voorbeelden van wapens met een 6 puntige ster zijn (periode 1296 - 1575): Johan Corthals, Jasper van Delen, Gerrit Huten (Hueten), Ludolphus, Gilles van Ommeren, Peligrinus, Staveren (Stavoren), Jan Tengnagel, Lambert Valkenborch, Peter Vijg (Vighe), Johan van Vyrnem, Johan Gijsbrechtszoon van Wijk.
Een 8 puntige ster wordt minder vaak gevoerd: Jan Zelkaark.
Zegels van (1) Lenert Calf, met zesster gecombineerd met latijns kruis, 9.10.1547; (2) Johan Doys, latijns kruis op schild in zespuntige ster (zespas),27.12.1387; (3); Herick de Voecht van Rijnevelt, comptheur van Doesburch, met achtpuntige ster; (4) Tylman Konink, zespuntige ster op schild in zespuntige ster (zespas),1.5.1531; (5) Elsabe van Middachten, schuinkruisen op schild in zesterster (zespas),1.3.1448; (6) Lambert Valkenborch, schild met zespuntige ster met kometenstaart, 16.1.1540; (7) Steven van Werven, schild in zesster (zespas), met verbindingsbogen, 6.6.1460; (8) Johannis Ysuardus, latijns kruis op schild in achtpuntige ster (achtpas), 18.4.1410.
d. Symbool dat geluk brengt of teken dat bescherming biedt
Deze symbolen werden gebruikt als bezwering en afweer tegen het kwade, boze geesten, demonen en onheil. Bij voorwerpen had het teken de functie van een amulet. Dit soort gebruik loopt zeker door tot ca. de 17e eeuw. Metseltekens met deze symbolen werden aangebracht op kerken, abdijen, kastelen, hoeves van de 13de tot de 17de eeuw)
De symbolen komen voor op voorwerpen als amulet, talisman, insignes, schilden, wapens, sierraden, spelden, hangers en rad van fortuin. Maar ook op daken, bovenlichten (bovenramen) en muren van huizen, als metseltekens, geveltekens, wolfseinden op daken, figuren op pannendaken, (smidsetekens) op gevelankers, zandlopermotief op stiepeltekens en luiken van gebouwen (zandloper is een variant op het schuinkruis).
v.l.n.r.: (1) stalraam met half achtspakig zonnerad in muur boerderij te Bernheze (1617); (2) achtspakig zonnerad als raam in Boxtel; (3) achtpuntige ster als metselwerk in de muur van Academiegebouw van de Rijks Universiteit Leiden aan het Rapenburg (1516) (4) het oog van Wodan (Odin)?, iets lager aangebracht aan het zelfde gebouw in Leiden; (5) replica van keltisch reizigers amulet, gevonden in Gotland, Zweden; (6) en metselteken met achtpuntig kruis resp. oneindige knoop op muur St. Rictrudiskerk in Woesten, gemeente Vleteren, Belgie (15e eeuw).
e. Afweer van onheil door smidse tekens met zespuntige ster en donderbezem, op muurankers.
De oudste ankers komen voor vanaf de 13e eeuw. Vanaf ongeveer 1600 werd het mogelijk in het halfafgekoelde ijzer met een beitel strepen of kerven te hakken. Het schuinkruis (Andreaskruis) is het meest voorkomende algemene teken dat werd gebruikt. Daarnaast ook de donderbezem en het zespuntige ster of kruis. Deze tekens komen in heel Nederland voor op schootankers van smeedijzer. (maar ook op bijv. geveltekens)
Een willekeurig voorbeeld: het resultaat van een uurtje rondfietsen in een zuidnederlandse binnenstad met veel vroeg achtiende eeuwse huizen. Op ongeveer de helft van de huizen met muurankers was een smidsteken aanwezig. Hieronder een impressie van alle voorkomende figuren.
Het gaat ook hier om een symbool dat geluk brengt, of een teken dat bescherming biedt. Dat werd door een smid, al dan niet op verzoek van de eigenaar, aangebracht.
Kruizinga verhaalt nog in 1963 van een oude smid in Nieuwerkerk op Schouwen-Duiveland die vertelde dat hij niet graag muurankers uit handen gaf zonder er eerst de tekens (met de koubeitel op het eind van de schoot) op te hebben aangebracht "Anders komt er ongeluk over het huis".
Zie ook: objecten en gebouwen - smidstekens
Vroeg achtiende eeuwse muurankers met smidse tekens in zuid Nederlandse stad (steeds van boven naar beneden beschreven) :
(1) recht anker, met boven dubbele streep, schuinkruis, enkele streep en beneden een donderbezem; (2) anker met twee krullen boven en beneden (wellicht een gestileerde X), met alleen een donderbezem; (3) idem, schuinkruis tussen twee dubbele strepen; (4) S-vormig anker met schuinkruis tussen twee strepen; (5) muuranker met 4 krullen met schuinkruis tussen twee strepen; (6) cijferanker “1” met streep, schuinkruis, gearceerde band, schuinkruis en dubbele streep, gedateerd 1717; (7) S-vormig muuranker met schuinkruis tussen twee dubbele strepen; (8) muuranker met 4 krullen met zespuntige ster tussen twee dubbele strepen ; (9) muuranker met 4 krullen met schuine streep tussen twee strepen (niet duidelijk wat hiervan de betekenis is).
Links: detail van rijkelijk bewerkt muuranker op de Latijnse School te Nijmegen uit 1545. Hier zijn drie symbolen gecombineerd op een anker: onderaan het schuinkruis, daarboven een donderbezem en bovenaan de zespuntige ster. Rechts: het gehele muuranker.
Vergelijkbare muurankers zijn te vinden aan het stadhuis in Nijmegen uit 1555. Mogelijk zijn de ankers van latere datum. Omdat pas vanaf ongeveer 1600 het mogelijk werd in het halfafgekoelde ijzer met een beitel strepen of kerven te hakken. De zogenaamde smidstekens.
bijgewerkt: mei 2012