Informatie over:
- De historische havezate Harreveld
- Harreveld. Nu een justitiële jeugdinrichting.
Havezate Harreveld, Herfeld of Te Dieterding
In de Collectie van de Van Batenborgh Stichting bevindt zich een aantal originele leenacten over de voormalige havezathe Harreveld dat een leengoed was van het Huis Bergh:
Belenonge des huises Hervelt (1645)
In de leenakte van 28 maart1645 wordt namens Albert, graaf van den Bergh, jonker Reiner van Raesfelt, heer van Middachten, Roenburg (ook Ruenberg of Romberg), etc. beleend met het huis Hervelt, c.a. gelegen in het kerspel Groenlo en in de heerlijkheid Lichtenvoorde). Het leen is Reiner aanbestorven van zijn vader Goswijn van Raesfelt zum Reinberg, en zijn moeder Ursula van Middachten, destijds enig kind van Carl van Middachten.
Leenbrieff op huises Harvelt (1652)
In de leenakte van 16 mei 1652 beleent Albert, graaf van den Bergh, vrouwe Margaretha van Leeffdaell, weduwe van Reiner van Raesfelt en haar voogd dr. Hendrick van Basten, ten behoeve van haar zoon Willem van Raesfelt, heer van Middachten met het leen huis Hervelt
Belening Heerlijkheid Borculo (1687)
Op 14 januari 1687 beleent de Heer van Borculo dr. Michael van Basten q.q. met 'der Hervelder kamp daselbst für Grolle gelegen zu Zutphaninschen rechte'. op 13 nov. 1702 gaat de belening over op med. doct. Reinold Warnsinck uit Groenlo (Leenregister Heerlijkheid Borculo).
Het opbreken van de kerk met het Harreveldse huis (1794)
In het archief van de Van Batenborgh Stichting bevindt zich ook een stuk uit 1794 met de titel: 'klagten des heeren van Harreveld tegen het opbreken met de kerk van het Harreveldse huis'.
En een processtuk uit hetzelfde jaar m.b.t. de heer Gertsen contra Heer van Harreveld.
Leenakte van 28 maart 1645 waarin jonker Reiner van Raesfelt, heer
van Middachten, Roenburg, etc. wordt beleend met het huis Hervelt, in het kerspel Groenlo.
De rest van het huisarchief van de havezate Harreveld is in 1960 door de familie Van Basten Batenburg uit Doetinchem overdragen aan het Gelders Archief.
1826: Doctor van Raesfeld, heer van Harvelde, verliefd
De familiekroniek uit 1883 beschrijft een annekdote over deze man die kennelijk in onmin leefde met zijn twee dochters:
........."Toen docter van Raetsfeldt heer van Harvelde weduwenaar was, werd hij op tante (Margaretha Gertrudis Batenborg) verliefd, grootvader zag het ongaarne en vader werkte het tegen, want Raetsfeldt leefde zoo in onmin met zijne twee dochters.
Dit bleef altijd op het huis Hervelde eene duistere zaak. Beide meisjes hadden ‘s morgens nog in het Zieuwent de H. Sacramenten ontvangen, en den volgenden morgen waren ze beide verdwenen, nimmer in zijn leven, hij is oud geworden, heeft hij ze weer gesproken. Eenmaal zijn ze ‘s nachts beide nog eens door de lanen om het huis geloopen, om de plek nog eens te zien, waar zij gespeeld, en geboren waren. Pastoor Hof dreigde hij om dood te schieten, deze was echter niet bevreesd.
Alle zondagen kwam hij met een koetskar bij Weijenborg in de Koppelpaarden, en ging hier te Lichtenvoorde altijd na de vroegmisse, en had hier ook nog enkelde patiënten. Het was een vriendelijken man, van een lang gestalte, en minzaam van manieren.
Zijne kinderen wilde hij nooit zien. De eene was getrouwd, met mr. De Both te ‘s-Heerenberg, en de jongste met notaris Th. de Both (oom en neef). Van de jongsten zijn de Both uit Zevenaar geboren.
Hij heeft tante niet gekregen en was steeds stroef tegen vader. Hij trouwde omstreeks 1826 met een domine dochter van Willem Bekking en van Maria Wilhelmina Christina Willink. Mev. dr. Raetsfeldt was 40 jaren toen hij huwde en is te Varsseveld geboren."
Dr. Johann Joseph Sylvester van Raesfeld, heer van Harreveld (1770 - 1854), was medisch doctor, oprichter en directeur IJzergieterij (hoogoven) 'Vulcaansoord' bij Terborg, geneesheer ald.. Hij trouwde eerst Friderica Josephina Reigers (1796), en later met Maria Diderica Hermina Becking (1827).
Uit het eerste huwelijk kreeg hij twee dochters: Suzanna huwde in 1822 Franciscus Joannes Baptista de Both. Bährnerdine (Dina) huwde in 1828 Frans Xaveer Lodewijk de Both, notaris in Varsseveld 1841 – 1881 (die een zoon was van de broer van Franciscus).
De beltmolen van Harreveld (1819)
Von Raesveld was ook ondernemend op andere terreinen. Zo liet hij blijkens een gedenksteen op 18 mei 1819 een beltmolen bouwen om koren te malen.
Deze molen en al haar andere bezittingen werden door zijn kleindochter Bernardine de Both (dochter van Suzanna), nagelaten aan de R.-K. parochie te Harreveld. In 1926 werd de molen verkocht aan molenaar G.J. Wolterink.
In 1967 is de molen gerestaureerd en is nu in handen van de 'Stichting Instandhouding Beltkorenmolen Hermien'.
*******************************************************************************************************************
De achtergrond van Harreveld. Nu een justitiële jeugdinrichting.
Op de plaats van de havezathe Harreveld staat nu het Jongerenhuis Harreveld, een behandelinstelling voor kinderen en jongeren die een verstoorde relatie hebben met hun ouders en hun omgeving.
Door de sloop van het klooster, een brand op14 jan 1948 en uitgebreide verbouwingen herinnert nog maar weinig aan het oude huis.
Harreveld is ook bekend onder andere oude benamingen
Oude benaming voor de havezathe Harreveld waren: Herveld, Harveld, Harvelt, Hervelde, Herveld, Herfelde,
Als leen van het Huis Bergh werd het aangeduid als het ‘huys ind guet to Herfelde'. Daarvoor had het ook de benaming ‘De hoff toe Dieterding'
Het ligt onder Zieuwent bij Lichtenvoorde
Het landgoed en kring Harreveld behoorde tot de mark van Zieuwent (Zuijvent). De buurschap (boerschap) en mark Zuijvent behoorde tot de heerlijkheid Lichtenvoorde
Harreveld viel onder het ambt Bredevoort. En valt nu onder de Gelderse gemeente Oost Gelre.
De geschiedenis van het huis gaat terug naar de middeleeuwen
In 1277 liet Gieselbert van Bronckhorst, heer van Borculo, de burcht "Lichtenvoorde" bouwen
Omstreeks 1397 kwam de Lichtenvoorde (en daarmee de havezathe Harreveld in Zieuwent) in handen van de heren van Bronkhorst kwam en maaktedeel uit van de heerlijkheid Borculo.
Een lang reeks van eigenaren is bekend
Het huis werd vooral bekend door een van de bewoonsters, de in 1799 geëxecuteerde Freule Judith van Dorth
De leenheerschappij van de Heerlijkheid Lichtenvoorde werd in 1406 door Gisbert II aan het [[prinsbisdom Münster]] opgedragen. Tot 1428 was dit een leengoed van de heren van [[Steinfurt]].
De heren van [[Bergh]] gaven daarna het huis en goed Harreveld in leen uit.
De heerlijkheid Lichtenvoorde werd bij akte van 27 december 1776 gekocht door Stadhouder Willem V, waarna het een domeingoed werd
Tot de Bataafse revolutie in 1795 bleef de heerlijkheid een persoonlijk bezit van de Oranjes.
Beleningen van het Huis Bergh, 16e tot en met de 18e eeuw
Harreveld was een leengoed van het Huis bergh
- In het register van het leenaktenboek van Van Schilfgaarde wordt als oudste bekende belening genoemd Aliit, vrouw van Evert van Diepenbroeck, in 1428.
- In 1496 wordt Thonys van Middachten als leenman vermeld.
- In 1577 verkrijgt Ursula van Middachten, gehuwd met Goswin van Eaesfeltt zum Römbergh, het goed.
- Jonker Reiner van Raesfelt , heer tot Middachten wordt er mee beleend in 1645 en Jonker Wilhelm van Raessfelt, heer van Middachten, na afstand door zijn moeder Margaretha van Leeffdael, weduwe van Reiner van Raessfelt, heer van Middachten in 1652 (originele leenaktes in Archief Van Batenborgh Stichting, Groenlo)
- In 1667 gaat het over naar Godart van Reede en Ursula Philippa van Raesvelt
- In 1766 verkrijgt het leen F. S. C. baron van Randwijk en zijn vrouw U. P. baronesse van Reede, en G. G. baron Bentinck en zijn vrouw W. J. baronesse van Reede, na het overlijden van G. A. van Reede tot Hervelt, haar broer.
- G. A. baron van Randwijk en G. A. baron van Bentinck vernieuwen de eed in 1784
- Het leen gaat over naar Willem Jan Berend baron Bentinck in 1791
- Op 15 september 1791 verwerven Gerrit Jurrien Adriaen Adolph baron van Dorth, heer van Holthuysen, en zijn bekende zuster Johanna Magdalena Catharina Judith baronesse van Dorth, kanonikesse van het stift Gevelsberg, na opdracht door G. A. baron van Randwijck en W. J. B. baron Bentinck.
- Johan Joseph van Raesveld te Boeckholt verwerft, na executoriale verkoop op 22 november 1802 de havezathe
19e en 20e eeuw
Als gevolg van de Kulturkampf van keizer Von Bismarck, werden veel kloosterlingen uit het koninkrijk Pruisen verdreven, In 1875 betrokken paters van de orde der Franciscanen uit Pruisen het kasteel in het Gelderse Harreveld. Vanaf dat moment deed het kasteel dienst als klooster.
In Pruisen was nl. bij decreet van 31 mei 1875 bepaald dat alleen kloosterorden die in de verpleging werkten in Duistland mochten blijven.
In 1882 kwam er een gymnasium. Klooster en school bleken al ras te klein, zodat de paters men uiteindelijk in 1909 weer in Vlodrop Limburg terecht kwamen, nadat de bouw van het complex St. Ludwig voltooid was. Pater Wenzeslaus Straussfeld was tot 1903 rector van Harreveld en daarna provinciaal van de Saksische Franciscanen.
De paters, broeders en leerlingen die te Harreveld waren overleden en aldaar waren begraven zijn op 14 september 1926 herbegraven op de kloosterbegraafplaats van St. Ludwig in Vlodrop
In 1911 nam de St. Vincentiusvereniging het klooster in Harreveld in gebruik. Deze vereniging had zich ‘het lot van de verwaarloosde jeugd' aangetrokken en bouwde het klooster om tot internaat, het opvoedingsgesticht Harreveld in Lichtenvoorde.
Harreveld is nu een justitiële jeugdinrichting.
In 1970 werd Harreveld overgedragen aan de Fentrop Stichting, die in 1991 een gesloten afdeling bouwde.
Sindsdien heeft een gedeelte van jongerenhuis Harreveld te Lichtenvoorde (Oost Gelre) officieel de status van justitiële jeugdinrichting.
Externe links
- Archief Havezate Harreveld
- Draak, J. den, Het archief van de Havezathe Harreveld 1443-1879 (Arnhem, 1977)
- Historisch-archeologisch onderzoek 1992-1999, naar de havezathe Harreveld, Archeologische Werkgroep Lichtenvoorde
- Molendatabase.nl
- Vgl. over de relatie met de Both, het boek Het uur de van de waarheid.