Het Huis Van Basten - Van Asbeck (Huis Basten Asbeck) is een vroeg 17e eeuws herenhuis en koetshuis met vakwerkgevel, gelegen aan de noordelijke vestingwal in Groenlo.
Van Basten - Van Asbeck huis in Groenlo in de avondzon, 2006 (Beeldcollectie Van Batenborgh Stichting)
Beschrijving
Het huis en het koetshuis zijn omstreeks 1630 gebouwd en de tuin beslaat meer dan 6.700 m². Het geheel is een rijksmonument. Het koetshuis wordt werd gebruikt als galerie met theetuin. Sinds 2019 wordt het gebruikt door een reclamebureau en Galerie KiK.Het huis wordt gebruikt als woning. Het complex is gelegen aan de Nieuwestraat 20-22, 7141BZ Groenlo, thans gemeente Oost Gelre.
Rechts bevindt zich het huis met schilddak en gecementeerde gevels. Het is voorzien van een geprofileerde waterlijst en vensterdorpels, oude kozijnen en een belangrijk interieur.
Links hiervan staat een zandstenen poortje (1760) met het alliantiewapen Van Basten – Van Asbeck, en de keitjessstoep is bestraat met witte veldkeitjes, met daarin in rode keitjes gelegd het jaartal “1709.”
Links hiervan staat een voormalige boerderij met gevel met stijl- en regelwerk.
Het pand werd vroeger ook aangeduid als het eerste huis aan de Nieuwe Poort.
(jaartal 1709 in veldkeitjes bestrating, Groenlo)
Achter het woonhuis en het koetshuis ligt een parkachtige stadstuin. Aan de noordkant ligt, over een afstand van zo'n 200 meter nog een deel van de oorspronkelijke vestingwal van Groenlo, begroeid met oude bomen. Vroeger ook wel de ‘Bastenwal’ genoemd.
Zowel het huis (1630, 1709) met boerderij en tuin (kadastrale percelen C 2751 en 2752) als de 17e eeuwse restanten van de verdedigingswerken zijn in 1966 verklaard tot rijksmonument.
Bouwkundige geschiedenis
De Tachtigjarige Oorlog was toen nog niet ten einde en Groenlo was in handen van de Spaanse Troepen. Op 20 augustus 1627 trekt Frederik Hendrik met zijn troepen de stad binnen en komt Groenlo in Staatse handen.
Buiten de oude stadmuren werd een uitgebreid stelsel van aarden wallen, grachten en verdedigingsbolwerken aangelegd, waardoor Groenlo uitgroeide tot de sterkste vesting van het oosten van Nederland.
Rond 1620 (de vermeldingen lopen uiteen van 1610 tot 1630) werd op een terrein aan de noordkant van Groenlo, tussen de nieuwe wal en de oude stadsmuur een stenen huis en een boerderij gebouwd. Het staat direct achter de hoofdwal tussen het Mussenbergbolwerk en het bolwerk Scherpenberg, aan de Nieuwe Poort van de stad Groenlo. Dit Scherpenbergbolwerk is onder Spaans bewind in de periode tussen 1609 en 1618 gebouwd als zesde bastion in de tot dan toe vijfhoekige ommuurde vesting. Feitelijk is het huis dus op de gedempte verdedigingsgracht gebouwd.
Poort aan de Nieuwestraat in Groenlo, met zandstenen gevelsteen met wapen Van Basten - Van Asbeck. Foto met verstilde uitstraling uit begin 20e eeuw. (Beeldcollectie Van Batenborgh Stichting)
Het huis en de boerderij zijn een prominent voorbeeld van vakwerkhuizen in Groenlo. De specifieke aanwezigheid van deze voor Nederland bijzondere houtconstructies is gewaardeerd door de plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst van zogenaamde vakwerkmonumenten. Nader bouwhistorisch (en dendrochronologisch) onderzoek moet een betere datering mogelijk maken van dit voor Oost Gelre unieke erfgoed.
Oorspronkelijk is het huis gebaseerd op een houten gebintconstructie met vakwerkgevels, waarbinnen de vakken zijn gevuld met baksteen. Deze waren ook opgebouwd uit vakwerk, oorspronkelijk bekleed met houten geveldelen. Zo heeft ook de boerderij eruit gezien.
Later, te beginnen in 1709, zijn door dr. Henrick Jan van Basten de gevels van het huis opnieuw ingedeeld met nieuwe vensters en vergroot met een achterhuis. De vakwerkgevels van het huis zijn vervangen of uit het zicht weggewerkt door metselwerk.
Zijn huwelijksjaar 1709 is nog steeds leesbaar in de bestrating voor de ingang. Daarboven herinnert een alliantiewapen aan de verbintenis van dit echtpaar. Zo kwam het huis aan de naam ‘Basten Asbeck'.
Het vakwerk van het huis en de boerderij is waarschijnlijk in 1709 versteend.
Het poortje bij het pand zou volgens Monumentenzorg dateren uit 1760. Als dat waar is dan zou de gevelsteen met het wapen eerst op een ander plek moeten hebben gehangen!
Afbeeldingen in glas in lood van de familiewapens van het echtpaar Van Basten - Van Asbeck. Onbekend is wat er in 1720 te vieren viel! Vermoedelijk hebben deze ruitjes gezeten in een van de ramen van het huis aan de Nieuwe Poort in Groenlo. (collectie Van Batenborgh stichting)
In de familiekroniek wordt nog een saillant detail verteld:
“Van onze familie wapens zijn er velen verloren gegaan. Ik bezit nog een stuk uit de Raadsvergadering van de stad Grol, dat in het vijfde jaar der Bataafsche Republiek, den 10den Julij 1798, besloten werd om alle familiewapens in de kerken, om de grafzerken, aan het stadhuis, alsook aan particuliere huizen, moesten verbrijzeld worden, zoodat men besloot om aan het stadhuis en bij den burger Sterenberg te beginnen.”
Het is onbekend waarom de steen met het alliantiewapen deze oekaze van het stadhuis heeft overleefd.
Bericht van overlijden van Henrick IX Jan van Basten J.U.D. dat in 1729 als plakkaat (A4 formaat) aan de kerkdeur werd geplakt. Dat zal niet die de Calixtuskerk in Groenlo zijn geweeest maar de kerk in Zwillbrock, net over de grens, omdat de uitoefening van de Katholieke Godsdienst toen in Groenlo was verboden. (Gemeente archief Oudheidkamer Oldenzaal)
In de 18de eeuw is de schuur aan de linker- en achterzijde uitgebreid.
Tot het begin van de 20e eeuw moeten de huizen geheel in baksteen opgetrokken zijn geweest.
Na de verkoop in 1914 aan J. Heringa is het pand onherkenbaar veranderd. Er zijn raam- en deurkozijnen bijgeplaatst, ramen kregen een nieuwe roedeverdeling, het huis werd voorzien van een cementering en de beide topgevels aan de zuidkant werden verwijderd en voorzien van een dakschild.
In de jaren '60 van de 20ste eeuw is de aanbouw aan de linkerzijde gesloopt, waardoor de vakwerkgevel weer zichtbaar werd.
De omvang van het perceel is vroeger groter geweest. In de jaren zeventig en tachtig van de 20e eeuw zijn delen van de tuin verkocht als bouwgrond.
Na 1989 is het koetshuis gerestaureerd en na 2002 vergroot met een moderne rechthoekige aanbouw aan de achterzijde die serre wordt genoemd.
De naam koetshuis die het gebouw in de volksmond heeft, is ontstaan door de stalling van de lijkkoets van de Hervormde Gemeente.
Tijdens de restauratie vanaf 1989 is een kelderingang ontdekt die toentertijd niet is geopend. En tijdensde restauratie van het dak aan de straatkant zijn toen ook gerechtelijke documenten van verm. Vredegerecht Groenlo te voorschijn gekomen waarmee in het verleden tochtgaten in de vloer van de zolder zijn gedicht..... De heer J. van de Rijdt heeft indertijd deze documenten aan het museum van Groenlo overgedragen.
In 2003 is er een expositieruimte annex theeschenkerij gevestigd.
De tuin en de Bastenwal
De tuin achter het huis en de boerderij is ontstaan door de demping en verlegging van de stadsgracht voor de bouw van een zesde bastion tussen 1610-1618. Op het nieuwe open terrein achter het bastion werden barakken gebouwd (de huidige Barakkenplaats). Op de plaats van de barakken zijn later kleine woonhuizen en boerderijen ontstaan, maar de grote tuin bleef behoren bij het huis.
Eigenaren en bewoners
Leden van de Van Basten en Batenburg hebben hier eeuwenlang gewoond.
Volgens een familiekroniek heeft dr. Michael van Basten (1633 -1713) in 1679 het huis gekocht van de familie Ten Ham. Volgens een andere familie kroniek van dezelfde auteur heeft deze Michaël het eerste huis in de nieuwe Lievelderstraat in 1680 gekocht van Anna Margaretha Courst (sic) weduwe van den burgemeester Ten Ham. Mogelijk heeft de auteur zich hier vergist heeft en gaat het om het zelfde huis.
Uit de bronnen aanwezig in het Gelders archief blijkt dat Anna Margaretha Courts in en voor 1684 de weduwe was van Bernard ten Ham, stadsecretaris van Groenlo. Mogelijk was hij de broer of zoon van Johan ten Ham, getrouwd met Geertjen Kuppers en sinds 1639 richter van Groenlo. Tussen 1649 en 1660 is Johan solliciteur van de compagnie van graaf Herman Otto van Limburg Stirum. Van Limburg Stirum fungeerde als leider van de cavalerie onder andere bij het Beleg van Grol in 1627. Johan ten Ham wordt tussen 1667-1670 ook vermeld als richter van Borculo en begin 1676 als de overleden burgemeester van Groenlo.
Chronologie
- Ca 1620 bouw huis.
- Mogelijk was de eerste bewoner de stadscommandant van Groenlo. Deze bleef daar niet lang wonen omdat de Spaanse troepen definitief verdreven werden door Frederick Hendrik. Johan ten Ham voldoet eigenlijk niet aan dit profiel omdat hij in Groenlo bleef wonen.
- Tot 1679 is de vermoedelijke volgende eigenaar: Johan ten Ham, burgemeester van Groenlo en militair in de compagnie van graaf Herman Otto van Limburg Stirum. Ten Ham was getrouwd met Geertjen Kuppers.
Vervolgens hebben de families Van Basten, Van Basten Batenburg en Batenburg het complex tot 1914 in bezit gehad. Een geslacht van notarissen, advocaten, rechters, artsen, burgemeesters en ondernemers. Dezen bezaten ook veel gronden in de buurt van Groenlo, waarvan de inkomsten in natura (granen) werden ontvangen. De schuur bij het huis zal daarom waarschijnlijk een agrarische functie hebben gehad.
Michael van Basten, student aan de Universiteit van Leiden, omstreeks 1658. Hij was lid van de Gelders-Overijsselse studentenvereniging aldaar. Olieververf op hout, 17e eeuw, particuliere collectie.
- Dr. Michael I van Basten (1633 -1713), advocaat te Groenlo, in 1678 getrouwd met Anna Maria Warnsinck koopt in 1679 het huis van de familie Ten Ham. Michael wordt heeft in deze oorlogstijden Groenlo ontvlucht en wordt daarom ook vermeld op havezathe De Buurse en in Bocholt (Duitsland). Hij is de zoon van dr. Henrick VII van Basten en Sibylla Weening.
- Zijn zoon dr. Henrick XI Jan van Basten (1680 – 1729), advocaat, trouwt op 13 juli 1709 Margaretha Geertruida van Asbeck (1684 - 1760) uit Vreden, dochter van dr. Johan Christoffer van Asbeck en Helena Schutte uit Münster) en betrekt dan het huis. Zij hertrouwt in 1731 dr. Henricus XIV Joannes Van Basten tot Lyren.
- Zijn zoon, dr. Michael III Wilhelm Antoon van Basten (1719 – 1796), advocaat, is ook een bewoner van het huis. Hij is in 1749 gehuwd met Jacoba Elisabeth Staring , en is 1757 hertrouwd met Anna Maria Elisabeth Volbier.
- In 1813 trekt in het huis Johannes Henricus Batenborg (1761 – 1832), koopman, lid magistraat, vrederechter te Groenlo, in 1782 gehuwd met Maria Helena Catharina van Basten (1750 - 1819), dochter van Michael III Wilhelm Antoon. Zij blijven er wonen tot aan hun dood.
De familiekroniek verhaalt over hem:
“Zooals ik gezegd heb, was grootvader vertrokken naar de Nieuwe Poort in het stamhuis zijner vrouw. Het geheele jaar 1812 bleven onze grootouders met de jongelui nog samen wonen om den last van de inkwartiering te vermijden, want in dien tijd marcheerden er soms duizende en duizende kozakken door Grol op sommige dagen.
Oom Jan Batenburg kreeg tot huwelijksgift zijn woonhuis, schuur en daarachtergelegen tuin, alsmede den Kloosterhof naast den hof van den pastoor ; in 1819 vermaakten onze grootouders oom vooraf al de losse landerijen om de stad gelegen …. “
En deze pijp moet hier vaak zijn gerookt! Het is een beschilderde porseleinen wapenpijp met het familiewapen Van Basten, vermoedelijk uit de periode 1830-1850. De pijp is waarschijnlijk gemaakt door de Königliche Porzellan-Manufaktur Berlin (KPM), getuige het streepje in de ketel. De beschildering werd lokaal door Hausmaler verricht. Met dank aan het Pijpenkabinet. (Collectie Van Batenborgh Stichting)
- Zijn oudste zoon Mr Jacobus Henricus van Basten Batenburg, ged. Groenlo 18 jan. 1785, advocaat, notaris te Groenlo 1811-1851, † ald. 20 mei 1852 bewoonde dit huis.
- Zijn jongste zoon dr. Johan Hendrik Antony van Basten Batenburg (1793 – 1851), arts, koopman en burgemeester van Lichtenvoorde, in 1819 getrouwd met Maria Helena Schoemaker ging in 1816 na zijn promotie geneeskunde aan de Rijksuniversiteit van Utrecht weer in Groenlo wonen, in het ouderlijk huis aan de Nieuwe Poort. In 1820 liet hij een huis bouwen in Lichtenvoorde.
- Zodra zijn andere tweede zoon, Johannes Bernardus Antonius (JBA I) Batenburg (1788 - 1827), burgemeester van Beltrum, op jonge leeftijd was overleden, is zijn vrouw Maria Anna Gesina Kock (1796 – 1859) bij haar schoonzus en zwagers aan de Nieuwestraat 20 gaan wonen.
- Uiteindelijk blijven haar vier dochters Batenburg nog lang in dit huis wonen, de laatste overlijdt in 1905.
Een mooie sfeertekening van de tijdgeest eind 19e eeuw. De foto toont de vier laatste dames Batenburg die het huis aan de Nieuwe poort hebben bewoond.
De vier zussen zijn de dochters van Joannes Bernardus Antonius Batenburg en Maria Anna Gesina Kock: staand van links naar rechts: Leentje (MHC 1822-1905) Marianne (MAG 1826-1901) zittend vlnr: Truitje (Geertuida 1824-1888) en Lizet (JE 1820-1876) Batenburg.
(Beeldcollectie Van Batenborgh Stichting)
- In 1914 (of 1911) is het complex verkocht aan textielfabrikant Heringa. Johan Elisa Heringa (1869-1948), was directeur van de linnenfabriek Edward Ainsworth & Co, en in 1901 gehuwd met Kuintje Gijsbertha Aletta Lasonder. Haar grootvader dr. Laurens W. Lasonder was rector van het gymnasium (Latijnse school) in Groenlo.
- Zijn weefgetouwen hebben nog in het Koetshuis gestaan, wachtend tot de nieuwe fabriek elders in Groenlo gereed was. De heer Heringa overleed relatief jong aan TBC, zijn weduwe bleef achter.
- De schuur heeft kort na de Tweede Wereldoorlog ook een tijd dienst gedaan als opstelplaats voor weefgetouwen.
- De naam koetshuis die het gebouw in de volksmond heeft, is ontstaan door de stalling van de lijkkoets van de Hervormde Gemeente.
Foto van Van Basten- Van Asbeck huis in Groenlo, gemaakt in september 1937 (Beeldcollectie Van Batenborgh Stichting)
- In 1989 koopt J. de Rijdt het perceel. Het gehele pand, inclusief buitenkant koetshuis en de tuin, wordt vanaf dat jaar door hen gerestaureerd, onder auspicien van Monumentenzorg.
- In 2002 wordt het gerestaureerde woonhuis en schuur verkocht aan Peter en Jeanne Bettenhaussen. Achter het Koetshuis werd een nieuwe serre gebouwd. In 2003 wordt er een theeschenkerij annex expositieruimte geopend.
- In 2018 is het onroerend goed weer verkocht aan een particulier.
Literatuur en bronnen
- Cultuurhistorische gebiedsbeschrijving Oost Gelre. Een beeld van ontginningssporen tot wederopbouwarchitectuur, G.J.M. Derks, J.B. Bootsma, R.J.A. Crols, Gelders Genootschap, November 2006.
- Drs. J.E. van der Pluijm, “De vestingstad Grol, geschiedenis van de vestingwerken van Groenlo”. 1999.
- Conrad Gietman en Arjan Verschoor, “Een goed voor de eeuwigheid, De Gelderse Vicarie Sancti Nicolai, 1501-2001”. 2001
- Beschrijving van Het huis Basten Asbeck, Nieuwestraat 20-22 Groenlo door R.J. Oostendorp. 2009 (de bouwkundige beschrijving van het pand hierboven is vooral aan dit inzichtelijke verhaal ontleend)
- Herinneringen van een Grollenaar
- Winterswijk onder het vergrootglas. Micro-geschiedenis van dorp en platteland in de jaren 1500 tot 1750. J.B. te Voortwis. Twee delen. 2007.
De familiekronieken:
- 'Geslachtsboek Van Basten Batenburg', 1864. M.H.C. van Basten Batenburg.
- 'Aantekeningen van bijzonderheden, voorgevallen in Oldenzaal en Lichtenvoorde' 1883. M.H.C. van Basten Batenburg.
Links
Galerie en theetuin Huijs Basten Asbeck
© 2010 Van Batenborgh Stichting, Groenlo
bijgewerkt: nov 2021