De Vorstermanbijbel uit 1528: De oudste gedrukte Katholieke bijbel in Groenlo
In 2009 heeft de Van Batenborghstichting in Groenlo een zeer oude familiebijbel verworven die tenminste sinds 1757 van generatie op generatie is overgedragen in een Katholieke familie uit Groenlo.
Vorsterman bijbel, is de fraaiste bijbeluitgave uit het begin van de 16de eeuw
De eerste gedrukte Nederlandstalige Katholieke bijbel is in 1528 uitgegeven door Willem Vorsterman te Antwerpen. Deze vertaling - ‘Den Bibel. Tgeheele Oude ende Nieuwe Testament' - is gebaseerd op een vertaling van Martin Luther en herzien naar de officiële Rooms-katholieke Vulgaat. De originele publicatie telt 888 bladzijden.
Dankzij de 238 illustraties gebaseerd op de houtsnijkunst van bekwame tekenaars Jan Swart en Lucas van Leyden is het een van de fraaiste bijbeluitgaven uit het begin van de 16de eeuw geworden.
De houtsnede plaatjes van door Jan Swart en Lucas van Leyden
Zie voor een impressie van alle houtsnedes: de fotogalerij!
Een bijbel naar reformatorische snit met het stempel van rooms-katholieke rechtzinnigheid
‘Vorstermans concurrent Jacob van Liesvelt was in 1526 met een reformatorische bijbel op de markt gekomen, die vele drukken beleefde. Vorsterman bezon zich op een passende tegenzet, maar het was voor hem weinig zinvol zich ook te richten op de groep die overduidelijk voor de Hervorming had gekozen. Hij zag een gat in de markt bij rooms-katholieken die graag een eigen bijbel in de landstaal wilden bezitten. Verder was er een groot aantal geheime aanhangers van de Hervorming voor wie het bezit van de Liesveltbijbel - waarop de doodstraf stond - te riskant was. Vorsterman bedacht voor hen een bijbel naar reformatorische snit met het stempel van rooms-katholieke rechtzinnigheid. Ze konden dan zonder gevaar te lopen toch over een eigen bijbel beschikken. In 1528 kwam Vorsterman met zijn foliobijbel, groter en mooier uitgevoerd dan de Liesvelt van 1526. Hij richtte zich duidelijk op een min of meer welgesteld publiek.'
(uit: Bijbel en cultuur)
De Vorstermanbijbel in de context van de Nieuwe Bijbelvertaling (2004)
De laatste Bijbel die door katholieken en protestanten gemeenschappelijk aanvaard werd, was de Vorstermanbijbel.
Om de kerkelijke autoriteiten niet voor het hoofd te stoten, was deze in 1528 uiterst omzichtig en voorzichtig in Antwerpen op de markt gebracht. Hervormingsgezinde christenen vonden zich in deze Bijbel omdat er grote stukken uit de Lutherse Liesveldtbijbel (uit 1526) in waren opgenomen, en katholieken omdat Nicolaes Coppijn, de gevreesde inquisiteur en deken van de St. Pieterskerk uit Leuven, er zijn goedkeuring aan had verleend.
Het zou tot de publicatie van de Nieuwe Bijbelvertaling in 2004 duren voordat protestanten en katholieken zich opnieuw gezamenlijk in een Bijbelvertaling konden vinden. Voor de rooms-katholieke kerk was de aanhoudende stroom vertalingen in steeds meer talen een verschrikking. Hoe meer letters hoe meer ketters. Het Concilie van Trente besliste in 1546 dat alleen nog de Vulgaat, de Latijnse vertaling van Hiëronymus, authentiek was. Het stelde een Index librorum prohibitorum samen, een lijst van verboden boeken, waarop ironisch genoeg aanvankelijk vooral Bijbels prijkten, zoals de Vorsterman- en de Liesveldtbijbel.
Uit: de oratie ‘Woorden als spijkers, De Bijbel in de Nederlandse cultuur' uitgesproken op 13 maart 2009, door Patrick Chatelion Counet, UVA (zie ook de passage: ‘Read the fucking bible!')
De 500 jaar oude bijbel en de tand des tijds
Deze bijbel is niet compleet omdat er in de loop der tijd meerdere boeken aan het begin en einde verloren zijn geraakt of paginadelen (met de mooie houtsnedes!) zijn afgescheurd.
Grofweg ontbreken aan het begin de omslag en de inleiding. In het Oude Ttestament ontbreken: Genesis, Exodus, Leviticus. Het Hooglied, heet hier ‘Salomons sanghen' en alleen dit boek is in rood en zwart gedrukt.
Van het Nieuwe testament, ontbreekt het voorblad. En het houdt op in hfst 4 van de eerste brief van Paulus aan Thessalonici; dus de laatste twaalf brieven ontbreken ook.
De laatste eigenaar heeft het boek laten restaureren en laten voorzien van een leren nieuwe buitenkant door de de boekbinderij van de Abdij Sint Benedictusberg bij Vaals. Het boek is kennelijk in de loop van de afgelopen vijfhonderdjaar al eens eerder onderhanden genomen. Zo heeft men de pagina's recht afgesneden. Maar te nauw, waardoor op meerdere pagina's het gedrukte commentaar (de glossen) helaas is weggesneden.
Titel van deel 1
Den Bibel. Tgeheele Oude ende Nieuwe Testament met grooter naersticheyt naden Latijnschen text gecorrigeert, ende opten cant des boecks die alteratie die hebreeusche veranderinge, naerder hebreeuscer waerheyt der boecken die int hebreus zijn, ende die griecse der boecken die int griecs zijn, ende dinhout voor die capittelen gestelt, Met schoonen figueren ghedruct, ende naerstelijc weder oversien. Cum Gratia et Privilegio [in rood en zwart)
Titel van deel 2
Tgeheele Nieu Testament Met grooter naersticheyt ghecorrigeert, niet alleene nader Griecscher ende Latijnscher waerheyt, maer oock na die beste ende oudtste boecken van beyden talen, die geapprobeerste, Met die Canones, die wi onderwisen ghenaemt hebben, Ende dat inhout van elcken Capittel, so wel vanden Epistolen der Apostolen, als der Evangelien, Met figueren der Evangelien, vanden Sondaghen, ende anderen daghen. [...]
Colophon: Ghedruct Thantwerpen in die Cammerstrate, inden ghulden Eenhoren, Bi mi Willem Vorsterman, Voleyndt op Sinte Simons ende Judas avont, den .xxviij. dach van October Int Jaer nae die gebuerte Christi ons salichmakers. M.CCCCC.XXVIIJ.
Gedrukt in Antwerpen in 1528
De betekenis van het boek in maatschappij, kerk en familie
Ook al is dit boek niet ongeschonden, toch is deze ook bijzonder omdat er nog maar een klein aantal (50 zijn er beschreven) exemplaren van deze bijna vijfhonderd jaar oude bijbel is overgeleverd.
De bijbel is ook speciaal omdat door aantekeningen in deze bijbel blijkt dat deze tenminste sinds 1756 in het bezit is geweest van de familie Van Batenborgh uit Groenlo.
Dit overigens in weerwil van het feit dat in 1546 de bijbeluitgaven van Vorsterman op de rooms-katholieke 'index', de lijst van verboden boeken, terecht waren gekomen en weerwil van de mythe dat katholieke families geen bijbels bezaten of lazen.
Elf generaties lang familiebijbel in Groenlo
De eerste eigenaar was mogelijk Jan Henrick (van) Batenborgh (1686-1769), vertegenwoordiger van de derde generatie uit Groenlo. Die heeft ook in Amsterdam gewoond en daar mogelijk het boek gekocht.
De eerste direct herleidbare aantekening komt van Rutgerus Henricus Batenburgh (1724 - 1783) uit Groenlo. Hij is van de vierde generatie, en in 1756 32 jaar oud en getrouwd met zijn eerste vrouw Johanna Boeckelaer.
De laatste aantekening is van Jacobus Henricus (van Basten) Batenburg (1785-1852) uit de zesde generatie, met aantekeningen gemaakt in 1794 ( hij is dan 19 jaar) resp. 1797.
In de zevende generatie van de familie komt de bijbel kennelijk in het bezit van Aleida Helena Catharina Batenburg (1813-1860) die in 1834 trouwde met Johannes Franciscus Antonius Weyn (1804-1873). Via haar vererft de bijbel op de familie Weyn en dan Banningh.
Om uiteindelijk in de elfde generatie terecht te komen bij Adele F.F.J.C.M. Weyn Banningh die in 1963 trouwde met Alphons J.J. Timmermans in Maastricht.
In 2009 is het boek verworven door de Van Batenborgh Stichting te Groenlo.
Een aantal aangetroffen handgeschreven teksten
Op de bladzijde na de Profeten en vóór Jesaja, een briefje, mee ingebonden:
"Anno 1797, Den 12 December des morgens half zes uur is tot Groenlo God zaalig in den Heere overleden mijn Grootpa Doctor Michael Willem Antoon van Basten. Zijn ziele rust in vreede. Amen"
Het is Jacobus Henricus van Basten Batenburg (1785-1852) advocaat en notaris te Groenlo die deze tekst in 1796 schrijft over zijn grootvader.
Bij Marcus, hfst 1, aan de onderkant van de bladzijde, 17e eeuws
"Dat men dat geboden godes sal onderhouden. Alle dage ijs die Heere bij ons tot ten eijndinge der werelt"
Referenties
Vorstermanbijbels op Biblia Sacra uit 1528
Daniel 7: Vier grote dieren rezen op uit de zee, elk met een andere gestalte. Het eerste dier leek op een leeuw, maar dan met adelaarsvleugels. Ik zag hoe zijn vleugels werden uitgerukt, hoe het dier werd opgetild, op twee voeten overeind werd gezet als een mens en ook het hart van een mens kreeg.... (NBV)